Raadsvragen CDA-Leudal

Zoals het college bekend is, is de CDA-fractie bezorgd over de stroefheid en terughoudendheid waarmee dit college van meet af aan ondernemers en ondernemingen in Leudal tegemoet treedt. Het belang van het optimaal faciliteren en ondersteunen van het bedrijfsleven in Leudal heeft in elk geval niet het coalitieakkoord “Op vertrouwen een toekomst bouwen” bereikt en uit de wijze waarop de coalitiepartijen het agrarische bedrijfsleven onlangs tegemoet is getreden, spreekt nu bepaald géén voorbeeldwerking.

Verder is bekend dat de gemeente Leudal nu al geruime tijd inzet op het realiseren van een uitbreiding van het bedrijventerrein in Ittervoort. De raad heeft in deze uitbreiding van ruim 9 hectare enkele miljoenen geïnvesteerd en tot nu toe kon deze maatwerkuitbreiding ook tegenover de provincie en Weert en Roermond worden onderbouwd met de voorgenomen uitbreiding van BRB, die in een principeovereenkomst tekenden voor 4 hectare. Waarmee gunstige perspectieven werden geboden voor de lokale werkgelegenheid, nieuwe uitbreidingsmogelijkheden voor zittende bedrijven die interesse hebben getoond om een of meerdere deellocaties van BRB te willen overnemen, gunstige effecten op de Leudalse woningmarkt en een positieve uitstraling op Leudal als een goede woon- werk- en leefomgeving.

Weliswaar is het lastig om aan te tonen dat bedrijfsbeslissingen over vestigingslocaties ook samenhang vertonen met de houding die de lokale overheid aanneemt. Nog veel minder mag echter worden aangenomen, dat de houding van het lokale gemeentebestuur op een besluit over uitbreiding of nieuwvestiging van ondergeschikte betekenis is.

Zo heeft het CDA zoals bekend grote zorgen over de houding die de beide coalitiepartijen nu al jaren uitventen jegens ontwikkelingen op Zevenellen.

En meer concreet: de gang van zaken rond het besluit van Herpertz om de voorgenomen uitbreidingslocatie niet langer in Leudal te zoeken maar met de hoofdlocatie te verplaatsen naar buurgemeente Nederweert, toont ondubbelzinnig aan dat de houding van het Leudalse gemeentebestuur bij strategische bedrijfsbeslissingen doorslaggevend is.

Onlangs werd bekend dat een van de ‘founding fathers’ van BRB zijn meerderheidsaandeel in het bedrijf heeft verkocht aan Bencis, een Nederlandse investeringsmaatschappij. En dat terwijl college-ondernemers op het bedrijventerrein in Ittervoort weten en wisten, dat juist deze aandeelhouder een overtuigde voorstander was van de uitbreiding in Ittervoort.

Het is tegen deze achtergrond dat het CDA de volgende vragen voor u heeft:

  1. Deelt u de opvatting van het CDA dat de uitkomst van strategische bedrijfsbeslissingen voor een belangrijk deel ook wordt bepaald door de houding die het lokaal bestuur aanneemt (standvastige en betrouwbare medewerking resp. het onthouden daarvan)?
  1. In hoeverre acht u het voor het algemene perspectief van Leudal als interessante woon- werk- en leefomgeving van belang, dat het plaatselijk gevestigde bedrijfsleven investeert in binnen Leudal gelegen bedrijfslocaties en bedrijfsonderdelen?
  1. Welke gevolgen schat u in, dat de bedrijfsovername van BRB door Bencis heeft voor de uitbreidingsplannen van BRB in de vierde fase van Bedrijventerrein Ittervoort, en daarmee ook voor veel andere bedrijven in Ittervoort?

Namens de CDA-fractie,

 

Peter van Melick

Fractievoorzitter