Reactie CDA fractie – Herijking van het concept vastgoedloze gemeente

Reactie van de CDA-fractie naar aanleiding van de brief van wethouder Backus over de ‘Herijking van het concept vastgoedloze gemeente / koppeling burgerinitiatief Park Leudal Oost’

 

Geachte heer Backus,

 

De CDA-fractie ontving een zeer opmerkelijke brief van u. Daarop willen wij graag puntsgewijs reageren.

  1. Heel vervelend, maar al direct in de opening van het schrijven zit een storende fout. Het besluit om te komen tot een vastgoedloze gemeente is genomen in 2016 (i.p.v. 2015).

Het was immers op voorstel van uw college, samengesteld uit Samen Verder en uw partij Ronduit Open, dat de gemeenteraad heeft gekozen voor een vastgoedloze gemeente Leudal.

Het idee van een vastgoedloze gemeente is voor de CDA-fractie een non-item. Je kunt wel verkopen en verzelfstandigen, maar een nieuwe eigenaar vraagt toch altijd jaarlijks een forse gemeentelijke bijdrage in de exploitatietekorten. (En bij de verkoop van sportaccommodaties, waar vaak erg veel grond mee gemoeid is, ligt de vervreemding van gemeentelijk vastgoed nog veel gevoeliger).

Wél is het CDA nog altijd voorstander van het zo snel mogelijk afstoten van alle overtollig gemeentelijk vastgoed. Dat gaat immers over een lange lijst van vaak onopvallende objecten zoals bijvoorbeeld de basisschool in Nunhem, de oude bibliotheek in Haelen, de voormalige gemeentehuizen in Hunsel en Haelen.

  1. Dan uw bewering in de inleiding “dat onze gemeente onvoldoende inzicht heeft in de exacte omvang van ons vastgoedbestand en de daadwerkelijke staat van onderhoud”.

Het is een bewering die haaks staat op de gedetailleerde overzichten die uw collega Verlinden, verantwoordelijk voor het gemeentelijke vastgoed, eerder aan de gemeenteraad heeft verstrekt. (Of is een overzicht alleen betrouwbaar als een extern bureau wordt ingeschakeld?)

Onze vraag aan het college: in hoeverre is de gemeenteraad op de hoogte van de stand van zaken met betrekking tot het gemeentelijk vastgoed?

Wij vragen van het college een uitvoerig en geactualiseerd overzicht.

  1. In de inleiding schrijft u verder: “de vooronderstelling” dat in het kader van de begroting besloten is tot “het vervreemden van gemeentelijke vastgoed binnen 3 jaar”.

Onze vraag is: wanneer hebben college en/of raad hiertoe besloten?

Vanwege de financiële gevolgen van wat u schrijft vragen wij aan het college: verschaf op korte termijn  inzicht aan de raad over de volgende twee scenario’s: a) het financiële scenario indien alle gemeentelijke vastgoed wordt verkocht en b) het financiële scenario indien het overtollige gemeentelijk vastgoed niet binnen drie jaar verkocht kan worden?

  1. Aan het einde van de inleiding somt u een groot aantal vragen op, die u met de raad wil bediscussiëren. U schrijft: “vragen die bij mij opkomen en waar wij als gemeente nog geen antwoord hebben”.

De CDA-fractie is in beginsel positief over uw houding die op dit punt uitgaat van overleg met de politiek. Temeer omdat u stelt dat de antwoorden van invloed zijn op de voortgang bij Park Leudal Oost. (En daarmee ook van invloed zijn op alle initiatieven waarbij burgergroepen het voortouw nemen, zoals de herinrichting van het sportpark in Haelen, een centrale gelegen nieuwe basisschool voor de dorpen Hunsel, Haeler, Ittervoort en Neeritter.)

Kijken we evenwel naar de inhoud van uw vragen, dan verdwijnt ons positieve gevoel over “open overleg” alweer snel. Al uw vragen gaan immers over ‘een vastgoedloze gemeente’…. Dus op een toekomstige situatie die onze fractie nooit heeft bepleit.

Wilt u het concept van vastgoedloze gemeente alsnog ter discussie stellen? Dat kan. En dan zijn de twee coalitiepartijen Ronduit Open en Samen Verder uw gesprekspartners.

 

  1. In het tweede deel van uw brief schrijft u: “Binnen deze context (=> de vastgoedloze gemeente) is het burgerinitiatief Park Leudal Oost tot ontwikkeling gekomen. In het verleden is er een koppeling gelegd tussen de vastgoedloze gemeente en dit burgerinitiatief. Concreet betekent dit Park Leudal Oost bij moet dragen aan de lange termijn bezuinigingen op het gebied van vastgoed en accommodaties.”

 

In uw stelling dat nieuwe investeringen in gemeentelijke accommodaties (waaronder in Park Leudal Oost) onmogelijk zijn zolang de totale vastgoedproblematiek van de gemeente niet tot een oplossing is gebracht, gaat de CDA-fractie niet mee.

Verder merken wij op dat u op geen enkele wijze een onderbouwing levert voor uw stelling, dat de voortgang van de besluitvorming over Park Leudal Oost afhankelijk is van het concept ‘vastgoedloze gemeente Leudal’.

Sterker nog: doordat u de samenhang tussen de vertraging in de besluitvorming over Park Leudal Oost niet expliciet maakt, wekt uw oproep om te spreken over “het concept vastgoedloze gemeente Leudal” de indruk, dat u daarmee de aandacht wilt afleiden van het uitstellen van de besluitvorming over Park Leudal Oost.

Weinig vruchtbaar.

Tot slot

Uw uitnodiging aan de partijen in de raad om overleg te voeren over de accommodaties kunnen wij waarderen. (Ook uw recente gesprek met onze fractie hebben wij zeer gewaardeerd.)  Maar het zijn juist ook deze gesprekken waaruit blijkt dat u met het dossier ‘accommodaties’ worstelt en nog geenszins meester bent.

Door de huidige impasse dringt zich opnieuw de vraag op: hebben we de laatste twee jaar dan nog steeds onvoldoende lering getrokken over hoe om te gaan met burgerinitiatieven?

Zijn wij dan ook in het jaar dat de gemeente Leudal haar tienjarig bestaan viert nog steeds niet in staat om besluiten te nemen over kwaliteitsimpulsen en investeringen in juist die  accommodaties die broodnodig zijn om het wonen, werken en recreëren in onze prachtige dorpen aantrekkelijk te houden?

Door, zoals u onlangs deed, de gemeenteraad meerdere keren de schuld te geven van de huidige impasses, schieten we niets op. Bespreek uw problemen primair in het college. Indien het college met nieuwe voorstellen komt zullen we die met veel belangstelling beoordelen, ook als dit betekent dat eerdere raadsbesluiten worden herzien.

Graag zelfs!

 

Met vriendelijke groet,

 

Peter van Melick en Nadine Alofs